Contrastgebruik in je interieur.
Hoe kan je er voor zorgen dat je interieur niet “saai” oogt?? Dat kan door met contrasten te werken, zo ontstaat er een zekere spanning. Je kan werken met kleurcontrasten, materiaalcontrasten of contrast in licht. Door het gelijkmatig toepassen van contrasten ontstaat een verrassingseffect. Denk aan zachte vloeren en gladde muren, ronde vormen afwisselen met strakke lijnen of een mat geschilderd plafond met glimmende muren.
Kleuren, maar ook vormen kunnen suggestie van hard en zacht opwekken. Ronde vormen geven meer een zachtheid aan dan vierkante vormen. Als vormen nog eens versterkt worden door kleur, geeft het nog meer effect. Groot suggereert ook eerder stevig en zwaar dan klein. Een muur van grote, dikke stenen ervaren we als zwaar, terwijl een gladde muur als licht ervaren wordt. Ook hier geldt dat kleuren versterken, donkere kleuren lijken steviger dan lichte kleuren. De indruk van hard en zacht, zwaar en licht, hangt samen met de aard en het oppervlak van een materiaal. Groot, donker, scherp, vierkant maken zwaar. Klein, licht, zacht en rond doen vriendelijker aan. De kunst is dan ook deze items te combineren, een mix van harde en zachte elementen, een combinatie van licht en zwaar.
Door verschillende materialen toe te passen in een ruimte, verdeel je de ruimte feitelijk in twee gebieden. Ook met vloerkleden, een andere vloerbedekking of zelfs met plinten kan je een gebied in een ruimte begrenzen. Het omgekeerde werkt ook, door materialen door te trekken van de ene ruimte naar de andere creëer je ruimtelijkheid. Dit werkt goed bij vloeren en wanden. Het werkt ruimtelijker, maar ook optisch rustiger. Als er in elke kamer ander materiaal en kleur wordt gebruikt kan het onrustig worden, maar daarnaast ook spannend!!
Anita Remijnse, www.bonetbeau.nl